Bestemming

1681650000

  dagen

  uren  minuten  seconden

tot

Boeklancering

Je bent als lezer van dit blog uiteraard van harte welkom om de boeklancering bij te wonen.

Ja? Stuur me even een mailtje.

of kijk voor meer informatie op https://alexboon.eu/Boek

21.500 OV-fietsen brengen je van het station naar naar je eindbestemming. Ik ben nog lang niet bij m’n eindbestemming en had maar één fiets nodig voor m’n bezoek aan Geerhard Bolte van Uitgeverij Haystack. In m’n tas een manuscript met 30.303 woorden.

bestemming

Prettige ontvangst. Grote gestalte, warme, lage stem en dynamische spraak. Geerhard is volop in beweging, ondanks het feit dat hij nog maar net aan het herstellen is van covid. Hij vraagt, peilt en luistert. Ik krijg tips, adviezen en concrete aanwijzingen. Hij schetst een realistisch perspectief van het traject dat een auteur naast het schrijven van een boek te wachten staat.

2e ronde

Ik ben super blij met het aanbod om met hem en zijn veelzijdige team verder te werken aan uh… mijn boek! Eenmaal op de fiets terug kan ik een juichkreet niet onderdrukken; met een stralend humeur fiets ik door de miezerregen weer naar station Zaltbommel. Geerhard vindt vanaf 30.000 woorden mooi voor een fatsoenlijk boek. Mooi. Want voor dat ene boek kan ik wel 21.500 bestemmingen bedenken (misschien ben jij er wel  één van!). Aftellen, dus. Maar nu éérst weer aan de slag!

Walk and talk – verhaal in beweging

Wat doet lopen met praten?

Tijdens de eerste dag van de driedaagse masterclass storytelling zitten alle deelnemers in een grote kring. Binnen in die kring en ook er omheen is bewegingsruimte om te kunnen experimenteren met bewegen, lopen, geluid maken en vertellen. Niet onbelangrijk, want de bewegingen van je stem hangen samen met de bewegingen van je lichaam en je gedachten. Zoals je met lopen je lichaam transporteert, zo draag je met stembewegingen je verhaal over.

Oh ja? Ja!

Ja? Oh ja!

Misschien gebeurde er al iets in je hoofd toen je deze twee korte uitingen las, maar zeg ze nu eens hardop? Als het goed is brengen de leestekens in het eerste zinnetje hele andere stembuigingen bij je teweeg dan die in het tweede zinnetje. Een vragende en een bevestigende melodie wisselen elkaar af: twee goed herkenbare melodieën. Als je spreekt maak je continu allerlei kleine, minder goed definieerbare melodietjes. Dat fenomeen staat bekend als ‘intonatie’. En jouw intonatie vertoont daarin zowel algemeen herkenbare als persoonlijke, karakteristieke patronen. Die patronen hebben een belangrijke functie: ze leveren een bijdrage aan de betekenis van een zin door deze van een onderliggende betekenis te voorzien. Je intonatie nuanceert de betekenis van je spraak.

Really?

Maar die intonatie, dat komt toch niet door het lopen? Ik zit nu!

Dat klopt, intonatie is geen diréct gevolg van wandelen of rondlopen. Er zijn belangrijker factoren die je zinsmelodie bepalen. Je humeur bijvoorbeeld: bij spreken wanneer je het naar je zin hebt je stem anders dan wanneer je er flink de pest in hebt. Je persoonlijke dynamiek doet ook een duit in het zakje; het maakt verschil of je spreekt als een murmelende zitzak of een tetterende springveer. Verder spelen je conditie (‘ik ben zó móé!’), je karakter (stijfjes, losjes), je mening (niet of wel mee eens, twijfelen, doorduwen) en je bedoeling (als je die hebt) een rol in je intonatiepatroon. Tenslotte maakt het voor een luisteraar een enorm verschil of je je verhaal opleest, uit je hoofd oplepelt of spontaan vertelt.

Stuck on the spot

Laat ik het omkeren: er zijn een aantal omstandigheden waarin je je beperkt voelt in je beweeglijkheid of in een ongewone positie verkeert. Dat zijn meestal formele omstandigheden, zoals tijdens presentaties geven, toespraken houden of proefschriften verdedigen. Situaties waarbij je een plek krijgt toegewezen of waarbij je zelf het gevoel hebt dat je netjes moet gaan staan en spreken, met je voeten naast elkaar en je handen gevouwen. Dat gevoel alleen al beperkt je in je bewegingsvrijheid en het daadwerkelijk ‘in de goede houding staan’ doet dat al helemaal. Zodra je jezelf beperkt in je bewegingsvrijheid heeft dat onmiddellijk effect op je taalgebruik dat verstijft, je adem die stokt en je stemgeluid dat hapert of omhoog schiet. Uiteindelijk vlakt het je intonatie af. Misschien komt je letterlijke tekst nog wel over, maar van je fijne nuances, bedoelingen, intenties en enthousiasme valt nog maar weinig te bespeuren.

Feel free

Zodra je als spreker een stap durft te zetten, naar links, rechts of naar voren en daarna rustig in beweging komt, gaat er van alles meebewegen. En als die stap je helpt om tegelijkertijd het oogcontact met je luisteraars te realiseren komt er interactie op gang. Je lichaam herkent je normale manier van doen en gaat zich ook zo gedragen: je adempatroon wordt rustiger en je voeten komen weer stevig op de grond staan. Ook je arm- en handbewegingen komen op een natuurlijke manier op gang en je mimiek leeft op. Je bevrijdt daarmee je stemgeluid dat vervolgens in beweging kan komen om te synchroniseren met je intenties en je taal.

Let’s talk

Martijn was in ieder geval goed voorbereid met zijn luchtige, roze sneakers. De opdruk ‘feel free, let’s talk’ past ook nog eens uitstekend bij het wandelend in beweging brengen van je verhaal. Met een bewogen verhaal dat je dynamisch vertelt breng je niet alleen jezelf, maar ook je luisteraars in beweging. Het uitnodigende tekstje doet me trouwens ook denken aan het fenomeen ‘wandelcoach’: coaches die een wandeling inzetten als instrument om iemands verhaal op te halen. Ook hierbij is de beweging van belang om de gedachten te laten lopen.

Deze dag verdiepten we ons nog in de oorsprong, het doel en de constructie van verhalen, maar de komende weken komen de deelnemers daadwerkelijk in beweging. Ze gaan verhalen ophalen, hun gedachten laten lopen en verhalen construeren. Ik ben benieuwd waarmee ze op de tweede dag terug komen en hoe ze hun toehoorders in beweging gaan brengen.

How to put it…

Een lange wandeling met Johan Faber vormde vorig jaar april de aanzet voor een boek met de veelzeggende titel ‘HOE ZAL IK HET ZEGGEN’ – ‘sleutelen aan je stem voor sprekende professionals en professionele sprekers’. Op 16 april presenteer ik het; laat het me gerust weten als je daar bij wilt zijn, dan stuur ik je een uitnodiging!

Tw kr lttrwrd

Over letter- en klankwaarde

W knnn llml ht vrschnsl dt j n tkst zndr klnkrs ng stds bhrlk gd knt lzn. Dat is helemaal niet zo gek als je weet dat medeklinkers verantwoordelijk zijn voor de betekenisoverdracht van een tekst. Als je de medeklinkers weglaat wordt het dus een heel ander verhaal: dan is er geen touw meer vast te knopen (a i e ee ou ee aa a e o e). Maar de klinkers dan, waar zijn die voor nodig, wat is hun toegevoegde waarde?

Hardop

Zodra je de beginzin van dit stukje hardop zegt dringt de betekenis ervan sneller tot je door dan wanneer je die in stilte leest. De groepjes medeklinkers die je uitspreekt worden in je hersenen al snel aangevuld met de bijbehorende klinkers. En hoe meer context je daarbij hebt, hoe sneller dat proces zal verlopen: je taal schiet je te hulp als de situatie bekend is of als je er een plaatje bij hebt.

Lezen werkt anders dan spreken: lezen doe je stil, met je ogen. Spreken doe je op je gehoor, je moet er voor kunnen luisteren. Je leerde spreken voordat je leerde lezen; spreken was (na geluid en gebaren maken) je eerste manier om uitdrukking te geven aan je gevoel en gedachten.

Hoeveel klinkers heb je nodig?

Het Spaans of Italiaans kent vijf klinkers. In het Nederlands hebben we er veel meer: tussen de negen en elf. Daarnaast kennen we nog een hele rij tweeklanken als au, ei, ui, eu, aai, oi… Wel vreemd, als je ook zou kunnen volstaan met het uitpreken van alleen de medeklinkers. Misschien ken je het liedje ‘Drei Japaneser mit ein contrabas’ (nog) wel, waarin alle klinkers worden vervangen door één klinker: Dru Jupunusur mut un cuntrubus’. (De Duitse klinker ‘u’ klinkt in het Nederlands als ‘oe’). Het wordt vervolgens herhaald, iedere keer met een andere klinker: ‘Dra Japanasar mat…’ Italianen zouden het dus vijf keer kunnen zingen. Duitsers, Engelsen en Nederlanders veel vaker.

Mosschon os hot onmoddols on jo opgokomon dot jo ok mot on klonkor kont proton. Kinderen vinden dit een geweldig spelletje: in geheimtaal spreken (zoals dat gebeurt in het boek ‘Het zakmes’ van Sjoerd Kuyper).

Wat is nu het nut van klinkers?

Bij lezen en schrijven is de waarde van klinkers het kleinst. Het belangrijkste doel van een tekst is dat de betekenis ervan wordt overgedragen. En dat lukt zonder klinkers al aardig. Tijdens spreken bewijzen klinkers pas echt hun waarde: ze gaan klinken! Ze klinken omdat ze met stemgeluid worden geproduceerd. Vocaal, dus, vandaar ook de alternatieve benaming: vocalen. Prima, maar wat voegen ze dan toe aan de betekenis? Het geheim daarvan zit ‘m in je stem. Je stem maakt handig gebruik van klinkers om je bedoelingen weer te geven. Daardoor kan een vraag (Hoe laat is het?) een verwijt (Hoe laat is het!) worden. En een waarderende opmerking (Wat een mooie schóenen!) kan als een schampere belediging gaan klinken (Wát een mooie schoenen…). Een zin op schrift blijft hetzelfde als je hem herhaalt. Maar een uitgesproken zin kun je op vele manieren variëren met je stem. Bij elke variatie geef je een andere nuance aan de betekenis van diezelfde zin.

Lezen en spreken zijn zaken die je niet door elkaar moet halen. Lezers kunnen best eens hardop spreken, dat helpt soms om de inhoud en betekenis van een tekst even goed tot de hersens door te laten dringen. Maar sprekers moeten vooral niet hardop lezen; daarmee klinkt wat ze zeggen gekunsteld, hun stem spreek de luisteraars niet aan. Sprekers kunnen straks wel meer lezen over de waarde van de stem in mijn nieuwe boek dat op 16 april uitkomt. Een handboek voor sprekers met oefenmateriaal, uitleg en verhalen over stem en spraak.

SLEUTELEN AAN JE STEM

voor sprekende professionals

en professionele sprekers

Schrap(p)en… is dat nodig?

Waarom je teksten moet schrappen, maar je keel niet moet schrapen.

Schrapen of Schrappen

Het werd me aanbevolen en op het hart gedrukt, het was me beloofd (mondeling én zwart op wit) en voorspeld. Ik was dus geïnstrueerd én gewaarschuwd. Maar toen het zover was kon ik het bijna niet geloven: schrappen… ruim 4000 woorden! Het bloed was amper gestold, zweet niet verdampt en tranen nog niet gedroogd, maar het móest gewoon: afscheid nemen van overbodige inhoud. Ik had mezelf een zijspoor ingeschreven. Dus schraapte ik mijn keel en hup, daar ging het hele hoofdstuk naar de map geschrapt werk. Pijnlijk.

Schrappen deed meer pijn dan ik dacht, maar de opluchting daarna was ook onverwacht groot. Opeens voelde ik weer ruimte: de structuur van het boek kwam weer naar voren en de focus kwam weer op het centrale thema te liggen: stem en spraak. Met dit plotselinge overzicht voelde ik ook de inspiratie weer opborrelen en ik kon weer vooruit. Lekker.

En keelschrapen? Tsja, blijkbaar moest er in m’n keel ook iets gebeuren. En die voelde na dat geschraap ook weer vrij. Dat zit zo: als je je stem een tijdje niet gebruikt maar wel gewoon doorademt (en dat doe je gelukkig automatisch!) loop je kans dat je keel een beetje uitdroogt. Het slijm rond je stemplooien kan dan wat verdikken of taaier worden. Op het moment dat je weer geluid wilt maken lukt dat niet zo goed, je stem is een beetje vastgelopen. Schrapen dus en praten maar.

Keelschrapen mag soms even nodig zijn maar het is helemaal niet goed voor je stem: je forceert je stemplooien door ze met veel kracht tegen elkaar te drukken en dat vol te houden terwijl je er je adem met geweld tussendoor perst. Dat geeft ook dat schraperige, kucherige geluid. En het ergste is, dat schrapen op zichzelf een irriterende werking heeft op diezelfde plooien, waardoor je de neiging krijgt het nóg eens te doen. Dat kan een pijnlijke bezigheid worden en zelfs tot stemklachten leiden.

Het zou me overigens niets verbazen dat je, terwijl je dit leest, ook je keel al zit te schrapen. Schrapen heeft net zo’n effect als gapen: zodra iemand er mee begint wordt het door anderen overgenomen. Doe toch maar niet, zeker als je weet dat er ook nog andere manieren zijn om je stemplooien vrij te maken en je stem weer op gang te krijgen. Leidt jezelf af door op een (suikervrij) snoepje te sabbelen, slik eens flink of neurie een tijdje zachtjes binnensmonds. En als het dan echt nodig is je stemplooien in één keer te klaren van slijm, doe dan met de koeienhoest. ‘Huffen’ heet dat ook wel en je kunt er een demonstratie van zien in dit filmpje van Ilse en Hanneke, twee vrolijke logopedisten. (https://youtu.be/LcucqLTJTLQ)

Hopelijk word je dus niet zozeer door je taken in beslag genomen dat je stem langzaam aan het vastlopen is. Je bent nu dus ook gewaarschuwd: houd die stem in beweging en je keel vrij! Neurie van tijd tot tijd een leuk liedje vanachter je computerscherm of tijdens het besturen van je tram om te voorkomen dat je stem vastloopt of ontspoort. Voor schrappen kan ik je echter niet behoeden: schrijven is schrappen. Mocht je daarentegen meer willen lezen over spreken: dat kan zodra ik ben  ̶u̶i̶t̶g̶e̶s̶c̶h̶r̶a̶p̶t̶ uitgeschreven aan mijn boek dat in april dit jaar uitkomt!

Niet op de deur schrijven

Half januari deed ik mee met deel één van een webinar over bloggen. Eén van de belangrijkste tips die blogmeester Geerhard Bolte van Uitgeverij Haystack rondstrooide was: schrijf je geniale invallen direct op! Niet op een voddig papiertje of een oude kassabon, want die raken maar kwijt. Nee, in je ápp! (Die moet je dan ook maar nét hebben…)

Mijn geniale inval kwam toen het webinar nog maar amper was begonnen. Deelnemer Frank merkte desgevraagd op dat het grote witte vlak achter hem geen flipover was, maar een deur. ‘En’ zo voegde hij er aan toe ‘daar mag ik niet op schrijven’. De inval die kwam was dat je een blog zou moeten kunnen schrijven over iets wat iemand zojuist gezegd had. En de zin van Frank kon ik daarvoor wel gebruiken: iets schrijven over iets waar je niet op mocht schrijven in iets wat ik schrijf over schrijven. Om deze inval nu eens een keer niet te vergeten schreef ik hem gelijk op in het document voor aantekeningen dat ik op mijn laptop had klaarstaan. De betreffende zin vormde, volgens een inzicht dat ons later werd aangereikt, de invalshoek voor mijn blog.

Mijn gedachten raasden intussen door mijn hoofd: hoe komt het toch dat we zelfs de meest briljante invallen binnen korte tijd alweer zijn vergeten als we ze niet snel noteren? Zijn ze misschien niet zo briljant? Of zijn invallen gewoon zo vluchtig? De tip om ze gelijk op te schrijven doet vermoeden dat het laatste het geval is. Vluchtig. Zoals de geurstoffen van een welriekend bloeiende bloem.

Maar wat nu als je in je hoofd alle deurtjes dicht zou kunnen doen, zodat die heerlijke invallen niet kunnen vervliegen? Of beter nog: alle deurtjes dicht en dan de lege vlakken op die deurtjes gaan gebruiken om alle briljante invallen op te noteren! En ach (ook dat was een tip), dan zou je gelijk wat mooie ideeën kunnen opslaan voor momenten waarop je even geen inspiratie hebt en tóch een blog wilt schrijven.

Enfin, als die deurtjes eenmaal tekst hebben en als het moment daar is, omdat je het nodig vindt, omdat de gelegenheid zich voordoet of gewoon omdat het leuk is om te doen: dan kun je heel kieskeurig één zo’n deurtje open doen… En het mooie daarvan is dat die prachtige gedachte dan niet verdwijnt maar leesbaar wordt voor de hele buitenwereld! Spreken lijkt wat dat betreft wel wat op bloggen: we bewaren allerlei gedachten, maar om uitdrukking te geven aan onze gedachten moeten we er voor kiezen een deurtje te openen. Op het juiste moment en voor de juiste mensen. Daarna zorgt je stem er voor dat die briljante gedachte gaat klinken en gehoord wordt: uitgesproken in de buitenwereld. Expressie: de schriftelijke en de verbale vorm vinden beiden hun eigen uitgang.

Heb jij gedachten die je als spreker prijs wilt geven aan de lucht om ze bij een luisteraar te laten landen? En wil je leren hoe je die gedachten op een aantrekkelijke manier vorm kan geven met je stem en spraak? Dan heb ik leuk nieuws: dit jaar verschijnt mijn boek over de stem, klankvorming, spraak en spreken; daarin kun je er van alles over lezen en uitproberen. Het boek bevat overigens geen open deuren, dus laat me maar weten of je er te zijner tijd een kijkje in wilt nemen!

Met dank aan Frank. Hij schrijft nog geen blog, maar misschien komt dat nog…