Podiumangst bestaat niet

Voordat je opkwam was je al 2x naar de wc geweest. Nu sta je op het podium. Trillend, zwetend. Je raakt in ademnood, je verstart. Je voelt je maaginhoud omhoog komen en hebt irritante gedachten: “Wat zullen ze wel niet denken?” En: “Dit komt niet goed, dit lukt me nooit… Straks krijg ik een black out!”. Je bent in paniek. Het liefst ren je weg. Maar je móet wel. Dan maar je verstand op nul, je blik op oneindig en zo snel mogelijk je verhaal afdraaien!

Podiumangst. Raar begrip eigenlijk.
Een podium ligt er doorgaans stilletjes bij. Het is natuurlijk ook niet het pódium waar je bang voor bent… Je vreest je publiek dat, meestal gerangschikt in keurige rijen, afwachtend richting dat iets hoger liggende podium kijkt. Naar jou.

Publieksangst zou een beter woord zijn. Blijkbaar associeer je publiek met gevaar. En als je gevaar bespeurt kan angst de kop opsteken. Irrationele angst. Want: publiek dat naar een spreker kijkt en luistert zal zelden in de aanval gaan. Sterker nog: het is verwachtingsvol. En het is speciaal voor jou als spreker gekomen. Er is geen vijand. Er gaat geen gevecht plaatsvinden. Hooguit een uitwisseling van gedachten.

podium zw

Heb je al eens overwogen om je publiek als vriend te behandelen? Het gaat om hén. Niet om jou… Zou het niet beter zijn om met deze vriend kennis te maken in plaats van zo met jezelf bezig te zijn? De volgende zeven adviezen kunnen je helpen om je wat gemakkelijker te gaan voelen op het podium:

  1. Bereid je lichamelijk voor op de prestatie die je gaat leveren. Spreken voor een publiek is een fysieke prestatie. Zorg dat je uitgerust en in goede conditie bent.
  2. Onderzoek van tevoren met wie je in gesprek gaat. Hoeveel mensen, welke leeftijdsgroep, wat voor beroep of functie hebben ze? Waarin zijn ze geïnteresseerd, wat hebben ze nodig?
  3. Bereid je boodschap voor: Orden je inhoud en vat deze samen, zorg dat je overzicht hebt over wat je wilt gaan vertellen.
  4. Oefen je verhaal hardop zodat ook je hoofd geordend kan functioneren: door je praktisch op je taak voor te bereiden werk aan je zelfvertrouwen.
  5. Kom als eerste ter plekke als dat kan. Probeer de plek waar je gaat spreken even uit. Ga je thuis voelen op die plek, zodat je de mensen kunt verwelkomen als ze arriveren. Maak een praatje, en wees oprecht nieuwsgierig en geïnteresseerd; stel vragen.
  6. Bedenk dat het normaal is om spanning te voelen. Focus je niet op de spanning maar bedenk wat jij zelf het allerbelangrijkste vind in wat je wilt bereiken bij je luisteraars.
  7. Nodig je publiek uit, kijk het aan en maak contact. Praat mét en tégen je publiek. Behandel het zoals je zelf behandeld zou willen worden.

Angst die voortkomt uit ‘het onbekende’ en ‘naderend gevaar’ kun je omzetten in een gevoel van veiligheid. En in waardering  voor de situatie. Door je concreet voor te bereiden op je taak en en te oefenen geef je je toewijding aan de inhoud vorm. Je zult merken dat je lekkerder in je vel komt te zitten. En het publiek zal enthousiast reageren op je verhaal.

Meer leren over spreken voor een publiek? Misschien is de workshop “PodiumRust” dan iets voor jou.

Heb je vragen, wil je tips of advies of wil je oefenen? Neem contact met me op!

Horen, Zien en Zwijgen – al het goede komt in drieën.

Drie is een heilig getal, werd mij vroeger geleerd. Het ‘heilige’ aspect verwees naar de drie-eenheid vader, zoon en (heilige) geest. Op school, thuis en in de kerk werd deze drie-eenheid met geheimzinnigheid omgeven. Het woord ‘heilig’ bleek moeilijk te definiëren; bovendien kende ik het vooral als scheldwoord in “heilig boontje!”. Ik begreep er niet veel van… en niemand kon het me uitleggen. Later leerde ik dat het getal drie ook een heel eenvoudige en praktische kant heeft. Een verhaal in drieën werkt. Daar is niets geheimzinnigs aan. Op de lagere school leerde ik: inleiding, kern, slot.

horenzienzwijgen

Op internet is veel over de drieslag te vinden: artikelen waarin het succes van de drieslag door de eeuwen heen wordt beschreven.
Sharon McNary belicht de de drieslag vanuit de journalistiek in dit artikel (november 2017). Ze eindigt met een verwijzing naar nog twee manieren om je verhaal te structureren (o.a. “De reis van de Held van Joseph Campbell”).
Een ander artikel schrijft de Nederlandse Ron Jacobs over de dramatische effecten van de drieslag: “Profiteer van het getal 3: swingend, strak en sexy” (april 2014). Hij legt helder uit waarom de drieslag zo goed werkt. Een reeks van voorbeelden van heden naar verleden passeert de revue.

Het idee van de drieslag werd al gebruikt door Aristoteles, hij maakte onderscheid tussen drie middelen van overtuiging: ethos, pathos en logos. Een spreker moet deskundig en sympathiek overkomen als hij geloofwaardig wil zijn (ethos). Zo wek je vertrouwen bij je publiek. Om een publiek in beweging te krijgen moet je op de emoties van de luisteraars kunnen inspelen (pathos). Tenslotte overtuig je je publiek met logisch redeneren en wetenschappelijke onderbouwing (logos).

Wim Daniëls, schrijver, taalkundige, cabaretier en spreker speelt elke zondag een taalspel met zijn volgers op Twitter.
Zo deed hij eens een oproep om hem te voorzien van zoveel mogelijk #trionades: “vaste combinaties van drie woorden of namen”.
Dat leverde een door hem ingezette hilarische en lekker-bekkende reeks van drieslagen op. Van “horen, zien en zwijgen” via “nee, nee en nog eens nee” tot “rats, kuch en bonen” (wie inspiratie op wil doen vindt ze hier).

Voor sprekers is de drieslag een praktische ondersteuning in de de opbouw van een voordracht, presentatie of verhaal. Dat je bijna ieder verhaal kunt opbouwen, vertellen en laten onthouden met een drieslag als kern is wel zo handig om te weten. Stel maar eens een pitch op of maak een presentatie. Voorzie die van een inleiding, een kern en een slot en je zult zien dat deze indeling makkelijk werkt, zowel voor jou als spreker als voor je publiek. Om het helemaal af te maken kun je de kern ook nog in drieën delen. Daarmee geef je je boodschap ook een goed overdraagbare en prettig op te nemen structuur. Dat kun je met “1, 2 en 3” doen, met “waarom, hoe en wanneer” of met andere kernwoorden. Het resultaat blijft hetzelfde: een helder en overzichtelijk betoog.

drieslag

Wil je ook met dit ‘drieslag-bijltje’ hakken? Je bent van harte welkom om een sprekerstraining, presentatietraining of podium-training te komen volgen! Of het nu om “kort, bondig en helder” te vertellen is of om “stevig, duidelijk en interactief” op het podium te presenteren… 

Stemmen Veinzen (of: De kunst van het Authentiek Imiteren)

groep vrouwen die de bewegingen van een schoener imiteert (Salvador Dali, 1940)Een groep vrouwen die de bewegingen van een schoener imiteert (Salvador Dali, 1940)

Surrealisme
Drie vrouwen die een schoener nadoen in de beeldtaal van Dali. Surrealisme?
Nabootsen, parodiëren, impressie geven, kopiëren, veinzen – het maakt een wezenlijk deel uit van ons bestaan. Ieder kind “doet wel eens een stemmetje”. Een dier, een monster of een tekenfilmstemmetje. Soms bauwen kinderen elkaar (of een volwassene) na – niet zelden met een spottende bedoeling.
Het spiegelende effect van een geslaagde nabootsing kan nogal confronterend zijn. Door iemand na te doen, kun je diens imago in een ander perspectief proberen te plaatsen. Negatief, door iemand omlaag te halen of belachelijk te maken (hij/zij zeurt, slijmt, is dom, onnozel of irritant, etc.). Of positief, door iemand op te steken als voorbeeldig (hij/zij is imposant, komisch/humoristisch, overtuigend, ad rem, kalm, gezagvol).

Imiteren als beroep
Sommige podiumartiesten hebben het imiteren tot kunst verheven. Jochem Meyjer volgde met zijn hoge tempo van rake imitaties de wat bezadigder werkend Robert Paul op. Spelers van TVprogramma Koefnoen (w.o. Paul Groote en Plien van Bennekom) en cabaretiers als Sanne Wallis de Vries maken kundig gebruik van hun vermogen tot imitatie. De Engelstalige imitator Jim Meskimen spreekt teksten van Shakespeare uit met de stemmen van een hele reeks “celebreties”. En acteurs als Kevin Spacey maken er een sport van om hun collega’s te imiteren.

Kopiëren
Imitatie van het gesproken woord is niet algemeen verbreid in gebruik. In de zangwereld komt stem-imitatie juist regelmatig voor. Een (veelal ‘beroemde’) zangstem is daarbij het doelgeluid. Jonge en meestal beginnend zangers en zangeressen streven naar het geluid van hun popidool. Dit kopiëren van een stem gaat niet zelden ten koste van het ‘eigen’ geluid. Om die reden kunnen zij natuurlijk beter één van de vele zangtechnieken leren gebruiken (Ineke VandoornArtEZ / NVZ)!

Normaal

Geitenveinzer

Geitenveinzer

Soms doen “normale volwassen” een ander na. “Normale Mensen” Ronald Snijders en Fedor van Eldijk vermelden in hun boek ”De Alfabetweter – 1000 nieuwe woorden die het niet gaan redden” (Uitg. de Harmonie, 2013) zelfs termen voor volwassen imitators, zoals daar zijn: ‘de geitenveinzer (hij die doet alsof hij een geit is) ‘de paardenveinzer’ (iem. die doet alsof een bepaald beest een paard is) maar ook ‘de groenteparodist’ (iem. die groenten op spottende wijze nadoet). Eerlijk gezegd: “normale volwassenen” zijn het imiteren vaak verleerd. Stemmen imiteren wordt door hen afgedaan als kinderachtig, gek of grappig doen, ongepast en zelfs als slecht voor je stem. Jammer, want het vermogen om stemmen te kunnen imiteren heeft ook een functionele kant!

Alles doet mee
Bij stemmen imiteren dekt het woord “stem-imiteren” de lading niet helemaal. Bij een goed geslaagde imitatie worden ook spraak (articulatie en accent) woordenschat, zinsbouw, mimiek en houding nagebootst. Doe maar eens een poging om een familielid, de koning(in), een andere bekende Nederlander of een middenstander uit de winkelstraat te imiteren. Er verandert dan onmiddellijk iets in je hele houding, je gebaren, je manier van voorkomen, je taalgebruik en je accent.

Leren
Imiteren is – naast een speelse en leuke bezigheid een onontbeerlijke menselijke vaardigheid (lees bijvoorbeeld “imitatie en innerlijke representatie” door de ontwikkelingspsycholoog Jean Piaget). Door te imiteren komen we wat meer te weten over de ander; tegelijkertijd verkennen we onze eigen mogelijkheden. Dat komt van pas als je bijvoorbeeld luider wilt leren spreken. Of als je iets aan je accent wilt doen. Wanneer je je imitatievermogen gebruikt om accenten na te doen kun je het dus ook gebruiken om accentloos te leren spreken. Gebruik je het om een reus of heks na te doen, dan kun je in principe lager, luider of hoger spreken dan ‘normaal’…

Toepassen
Imitatietechniek valt als leerweg te overwegen wanneer je snel iets onder de knie wilt krijgen. Imitatie is praktisch inzetbaar tijdens stem- en spraaktraining – je kunt er ‘kort door de bocht’ mee werken. Wellicht maakt het dat je tijdens het imiteren even het idee krijgt dat je jezelf niet bent. Maar zodra je je een nieuw geluid eigen hebt gemaakt dat ook nog eens functioneel blijkt te zijn, dan is dat geluid (die stem, dat volume, die melodie, die kracht of mildheid, die klank, die uitspraak, dat tempo) als kleur op je persoonlijke palet onder te brengen. Klaar om ingezet te worden waar en wanneer dat maar nodig mag zijn.

2mast schoener

Realiteit

Om de stap van surrealisme naar realiteit te maken: Het is best prettig om te kunnen imiteren wanneer je zelf een speedboot bent die voor de gelegenheid gevraagd wordt een schoener te spelen. Of andersom.

Kleur bekennen: Duizendpoot of Kameleon?

Het spel tussen persoonlijke en professionele communicatie.

The King's Speech BreakProfessionele duizendpoten; alleskunners, worden geprezen om hun “praktische veelzijdigheid” en “multitasking vaardigheden”. Ook wel eens als “talent” aangeduid.

Professionele kameleons – dekkingzoekers, worden verweten “verschuilend” en “onbetrouwbaar” gedrag vertonen. Ook wel eens “diplomatiek” genoemd.

Of er nu sprake is van talenten, vaardigheden of gedrag, beide “karakters” hebben zo hun keerzijden. Duizendpoten worden ook als “oppervlakkig, technisch, vrijblijvend, afstandelijk of vluchtig” ervaren. Kameleons als “adaptief, luisterend, creatief, berekenend”.

Een rol van betekenis
Welke rol je ook hebt, speelt of krijgt toegedicht, je kunt betekenis geven aan die rol als je deze zelf in kunt kleuren. Welke functionele eigenschappen zijn nodig om jouw rol te spelen? En speel je die rol vanzelfsprekend (“zo ben ik nu eenmaal”) maar onbewust? Of uitgesproken (“ik investeer daar in”) en bewust?

Met welk dier je beroepsmatig ook wordt vergeleken, je talenten, vaardigheden en gedrag zijn op de werkvloer over het algemeen genoegzaam bekend. Eigenlijk wel geruststellend, zo’n zakelijke identiteit. Je weet waar je op kunt rekenen.
Daarbij hoeft je zakelijke identiteit niet overeen te komen met je persoonlijke identiteit. Sterker nog: deze twee verschillen niet zelden.

Nieuwe rol
Naarmate de omstandigheden (en daarmee ook de uitdagingen) veranderen, verwacht men dat je je gedrag wijzigt en je vaardigheden traint. Er wordt je gevraagd je expertise te delen via presentaties of workshops. Maar je stem, spraak, taal of communicatie zijn daar niet op berekend. Je wordt niet verstaan, verkeerd begrepen. Of men twijfelt aan je kennis, ervaring en inhoud. Er moet iets gebeuren.

Je wilt best aan je vaardigheden werken, maar ja… sommige vaardigheden vallen onder “gedrag”. En gedrag verander je toch niet zomaar? Trouwens: waarom zou je? Gedrag valt gevoelsmatig meer onder je persoonlijke identiteit. Je bent tot veel in staat maar wilt niet als een kameleon “van persoonlijkheid veranderen”, “een kunstje doen” of “een toneelstukje op lopen voeren”. Dit brengt je tot uitspraken als: “ik wil mezelf blijven”, “ik ga geen rol spelen” en “ik ga mijn ziel niet aan de duivel verkopen”.
Men moet met een heel goede reden komen om je dagelijks tijd te gaan laten besteden aan het veranderen van (bijvoorbeeld) spraakgedrag.

kameleonKameleon perspectief
Toch hoor je als je even oplet dit kameleon-gedrag overal om je heen: er wordt in het midden van een zin overgestapt van een zwaar dialect naar onberispelijk Nederlands, van de ene taal naar de andere ‘ge-switched’ en andersom. Waar op het ene moment nog op vertrouwelijke toon wordt gesproken, schiet men in hetzelfde gesprek uit de slof met een waarschuwingskreet, een commando, of een grap. Zelf sta je het ene moment op energieke toon te telefoneren, het volgende moment neig je zuchtend op de bank en praat je al, “hèhè”-zuchtend, verder.

Het is dit persoonlijke palet dat je kunt aanspreken als het gaat om professioneel vaardig functioneren. Als je als expert binnen je vakgebied gevraagd wordt om je kennis (verbaal) te delen ga je dat doen tegenover 12, 25 (of vaak méér) mensen. Dan is het nodig om een andere toon aan te slaan dan tegen je collega, je personeel, of je familie. Als je dat niet kunt, moet je het leren.

??????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????????Duizendpoot perspectief
Een ander woord voor ‘je anders gedragen” is ook wel “acteren”. Een andere rol instuderen en spelen. Acteren betekent eigenlijk niets meer of minder dan ‘handelen’. Wijzigingen in je gedrag breng je met actief handelen aan.

Professionele communicatie is persoonlijke communicatie,
toegesneden op de functionele eisen van je beroepsuitoefening.

Concrete, functionele / professionele redenen om wijzigingen in je persoonlijke gedrag aan te brengen zouden kunnen zijn:
• ik wil de ander graag bereiken
• ik wil graag worden verstaan
• ik wil graag worden begrepen
• ik wil het verschil maken
Er zijn altijd redenen waarom we van rol wisselen, van de ene naar de andere dynamiek schakelen, van houding veranderen of een andere emotie tonen. Is dat verraad aan onszelf, of maken we gewoon gebruik van ons rijke palet aan mogelijkheden? Zijn we kameleons of duizendpoten?.

Handel, acteer… en beken kleur!

Wees een kameleon, en leer je kleur aanpassen.

Wordt daarmee de duizendpoot die overal met zijn kennis terecht kan.