Schrap(p)en… is dat nodig?

Waarom je teksten moet schrappen, maar je keel niet moet schrapen.

Schrapen of Schrappen

Het werd me aanbevolen en op het hart gedrukt, het was me beloofd (mondeling én zwart op wit) en voorspeld. Ik was dus geïnstrueerd én gewaarschuwd. Maar toen het zover was kon ik het bijna niet geloven: schrappen… ruim 4000 woorden! Het bloed was amper gestold, zweet niet verdampt en tranen nog niet gedroogd, maar het móest gewoon: afscheid nemen van overbodige inhoud. Ik had mezelf een zijspoor ingeschreven. Dus schraapte ik mijn keel en hup, daar ging het hele hoofdstuk naar de map geschrapt werk. Pijnlijk.

Schrappen deed meer pijn dan ik dacht, maar de opluchting daarna was ook onverwacht groot. Opeens voelde ik weer ruimte: de structuur van het boek kwam weer naar voren en de focus kwam weer op het centrale thema te liggen: stem en spraak. Met dit plotselinge overzicht voelde ik ook de inspiratie weer opborrelen en ik kon weer vooruit. Lekker.

En keelschrapen? Tsja, blijkbaar moest er in m’n keel ook iets gebeuren. En die voelde na dat geschraap ook weer vrij. Dat zit zo: als je je stem een tijdje niet gebruikt maar wel gewoon doorademt (en dat doe je gelukkig automatisch!) loop je kans dat je keel een beetje uitdroogt. Het slijm rond je stemplooien kan dan wat verdikken of taaier worden. Op het moment dat je weer geluid wilt maken lukt dat niet zo goed, je stem is een beetje vastgelopen. Schrapen dus en praten maar.

Keelschrapen mag soms even nodig zijn maar het is helemaal niet goed voor je stem: je forceert je stemplooien door ze met veel kracht tegen elkaar te drukken en dat vol te houden terwijl je er je adem met geweld tussendoor perst. Dat geeft ook dat schraperige, kucherige geluid. En het ergste is, dat schrapen op zichzelf een irriterende werking heeft op diezelfde plooien, waardoor je de neiging krijgt het nóg eens te doen. Dat kan een pijnlijke bezigheid worden en zelfs tot stemklachten leiden.

Het zou me overigens niets verbazen dat je, terwijl je dit leest, ook je keel al zit te schrapen. Schrapen heeft net zo’n effect als gapen: zodra iemand er mee begint wordt het door anderen overgenomen. Doe toch maar niet, zeker als je weet dat er ook nog andere manieren zijn om je stemplooien vrij te maken en je stem weer op gang te krijgen. Leidt jezelf af door op een (suikervrij) snoepje te sabbelen, slik eens flink of neurie een tijdje zachtjes binnensmonds. En als het dan echt nodig is je stemplooien in één keer te klaren van slijm, doe dan met de koeienhoest. ‘Huffen’ heet dat ook wel en je kunt er een demonstratie van zien in dit filmpje van Ilse en Hanneke, twee vrolijke logopedisten. (https://youtu.be/LcucqLTJTLQ)

Hopelijk word je dus niet zozeer door je taken in beslag genomen dat je stem langzaam aan het vastlopen is. Je bent nu dus ook gewaarschuwd: houd die stem in beweging en je keel vrij! Neurie van tijd tot tijd een leuk liedje vanachter je computerscherm of tijdens het besturen van je tram om te voorkomen dat je stem vastloopt of ontspoort. Voor schrappen kan ik je echter niet behoeden: schrijven is schrappen. Mocht je daarentegen meer willen lezen over spreken: dat kan zodra ik ben  ̶u̶i̶t̶g̶e̶s̶c̶h̶r̶a̶p̶t̶ uitgeschreven aan mijn boek dat in april dit jaar uitkomt!

Spraak in DRIE onderdelen uitgelegd

Marcel Marceau 3

Marcel Marceau (1923 – 2007) | Foto: Jack Mitchell

Je wilt iemand feedback geven op zijn/haar spraak. Of je wilt je eigen spraak analyseren. Dan is het handig om te weten hoe spraak in elkaar zit. Hieronder beschrijf ik de spraak in drie overzichtelijke onderdelen. Zo wordt het makkelijker voor je om spraak bij anderen of bij jezelf te observeren en analyseren.
Om het overzichtelijk te houden laat ik het taalvermogen buiten beschouwing. Dat is onlosmakelijk met spraak verbonden, maar een te complex onderwerp om hier kort en bondig te kunnen behandelen.

1. Adem

Marcel Marceau

Foto: Jan Dalman

De ademstroom die je opwekt door in- en uit te ademen vormt de basis voor de werking van je stem. Je adem stroomt je longen in als je diafragma (of middenrifspier: een grote, platte spier die zich onder je longen welft) zich spant. Als het diafragma zich weer ontspant, stroomt de lucht je longen weer uit via je luchtpijp, larynx (strottenhoofd of strot), keel-, mond- en neusholte. Deze uitgaande ademstroom kun je gecoördineerd langs je stemplooien laten ‘strijken’; op die manier breng je ze in trilling.

Beschikking over een goede gezondheid en conditie is over het algemeen voldoende om een stabiele en gecontroleerde adembeweging te garanderen. Wel kunnen emoties of (in)spanningen zorgen voor onregelmatigheden of voor een diepere of meer oppervlakkige, snellere/tragere of stokkende adembeweging. Dat hoor je dan weer in je stem.

2. Stem

marceau stem

Foto: Jan Dalman

Stemgeluid produceren: ‘vocaliseren’, ‘stemgeven’, of ‘stemvoeren’ doe je met de stemplooien in je larynx. Deze gemiddeld 17mm. lange stemplooien (ook wel ‘stembanden’ genoemd) bestaan voor driekwart uit spiertjes die je aan kunt spannen, maar ook (met weer andere spiertjes) kunt rekken of naar elkaar toe kunt bewegen. De spiertjes zijn bedekt met enkele weefsellaagjes die samen voor elasticiteit en een grotere beweeglijkheid zorgen.

De larynx zelf is een beweeglijk ‘doosje’ dat je licht naar voren en naar achteren kunt kantelen. En je kunt hem omhoog en omlaag bewegen (je gebruikt hem ook bij het slikken, hoesten en persen). De combinatie van de luchtstroom, de positie van de larynx en het ‘in stelling brengen’ van de stemplooien zorgt ervoor dat de buitenste laagjes van de stemplooien in trilling worden gebracht. Die trilling levert geluid op.

Je larynx is dus een ‘geluidengenerator’. En de geluiden die je er mee genereert hebben een aantal beweeglijke kenmerken: kleur (timbre), toon en volume (luidheid). Aan de stembewegingen herken je niet alleen wie er spreekt, maar ook wat de ‘stemming’, het karakter en de emotionele toestand van de spreker zijn. Je stem openbaart dus in belangrijke mate je identiteit, je persoonlijke dynamiek en je intentie.

3. Articulatie

marceau articulatie

Foto: Jan Dalman

Als je spreekt vorm je klanken. Dit proces van klankvormen wordt articulatie (of: dictie) genoemd. Klanken vorm je in je mondholte, met je lippen, tong, kaak en je gehemelte. Ook bij dit proces zijn een groot aantal spieren en spiertjes betrokken. Je produceert klanken van verschillende aard: klinkers, tweeklanken, medeklinkers en nasalen. Klinkers (aa, oe, ie) vorm je door je stem te laten klinken en tegelijkertijd een positie aan te nemen met je kaak, lippen, tong en gehemelte. Door twee klinkers in elkaar over te laten gaan kun je ook tweeklanken (zoals: eeuw, ou, ij, aai, eu, oei) produceren. Medeklinkers maak je door kleine explosies (p, t, k) of kleine lekkages van lucht (s, f, g) te genereren op verschillende plaatsen in je mond. Ook maak je kleine bewegingen met je tong, kaak of lippen (w, j, l) Je gebruikt dan bij de ene klank (v, z, j, b) wél en de andere (f, h, p) géén stemgeluid. Je kunt je stem ook door je neus sturen (!); zo ontstaan de nasale medeklinkers (n, m, ng).

Door articulatiebewegingen af te vlakken wordt je uitspraak vager; maak je ze nadrukkelijker (“meer uitgesproken”), dan wordt je uitspraak preciezer.

Aanmoediging

Bij spraak worden verschillende systemen met elkaar gecoördineerd; grove en fijne motoriek komen tijdens het spreken samen. Adem, stem en articulatie vormen patronen volgens gesynchroniseerde processen. Je kunt de drie onderdelen als geïsoleerde systemen beschrijven en observeren. Daarnaast kun je ook aandacht besteden aan de manier waarop ze met elkaar samenwerken (of elkaar juist tégenwerken) in het spraakproces dat wij ‘normaalgesproken’ als iets ‘vanzelfsprekends’ ervaren. Als je de spraak-kenmerken die je observeert consequent onderbrengt in bovenstaande driedeling, kun je een heel eind komen met je analyse. Mocht je er echter vragen over hebben of dieper op in willen gaan, neem dan gerust contact met me op. En als je aan je stem, spraak of presentatie wilt werken ben je van harte welkom!