Losbubbelen of uitspetteren?

Wat krijgen we nu?

Tegenwoordig kun je bijna geen backstage scene meer zien zonder dat er een zanger met een slangetje en een flesje staat te spetteren. Waar is dat voor… blázen ze nu door die slangetjes? (Nee.) Dat is toch iets voor zangers met stemproblemen? (Nou…) Dat is goed voor je stem? (Warm!) Het gaat hier om een techniek die vooral wordt toegepast door (koor)zangers en acteurs: zij hebben te maken met een bovengemiddelde stembelasting en stellen daarnaast hoge eisen aan hun stemkwaliteit. Dat sommigen wat nonchalant met hun flesje staan te zwaaien zou bijna doen vermoeden dat het een gadget is: je kunt er super interessant mee doen. Maar het is allesbehalve een modegril; voor professionals die correct met dit techniekje hebben leren omgaan is het een functioneel en prettig gereedschap. En omdat er in korte tijd voelbaar en hoorbaar resultaat mee te behalen valt, is de methode wijdverspreid geraakt! Zo hebben logopedisten Marjan Oosterbaan en Barbara Goes het bijvoorbeeld ingezet bij het Eurovisie Songfestival  in 2022.

Waar komt het vandaan?

Deze vinding om je stem op te warmen voor gebruik of je stem juist te ontspannen na een (te) grote inspanning komt van Marketta Sihvo. Ze gaf er de naam ‘laxvox’ aan: ‘lax’ voor ontspanning en ‘vox’ voor stem. Als Finse logopediste ontwikkelde ze haar eigen ‘QUICK short voice therapy’. Ik ontmoette haar voor het eerst in 2007 tijdens de ‘7e PanEuropean Voice Conference’ (PEVoC7) in Groningen, waar ze een nieuwe techniek met een slangetje introduceerde. Men deed er toen nog wat giechelig over, maar Marketta experimenteerde al vanaf begin jaren negentig met deze strategie om geluid te maken door siliconenslangetjes, waarbij je één uiteinde in je mond houdt en één uiteinde onder water. Door het verschil in boven- en onderdruk dat zo ontstaat, ontspannen de stemplooien tijdens hun beweging en gaan ze tegelijk efficiënter bewegen. Het resultaat is een helder en ontspannen stemgeluid. De kanttekening hierbij is uiteraard dat je stem in de basis al in de conditie moet verkeren om helder en ontspannen geluid te produceren. We hebben het hier niet over een tovermiddel dat fysieke stemafwijkingen laat verdwijnen. Wel helpt het oververmoeide en licht misbruikte stemmen om in vorm of tot rust te komen.

Doe het zelf

Voor de laxvox-oefeningen heb je een drinkflesje nodig dat voor een kwart gevuld is met water. Verder een 35 centimeter lang slangetje van siliconen; het materiaal moet voldoen aan de normen van de voedselverwerkende of medische industrie. Je neemt het immers in je mond, je moet het vaak kunnen gebruiken en het moet goed zijn te reinigen. De binnendiameter moet negen en de buitendiameter twaalf millimeter zijn. Wil je ermee aan de slag, dan volstaat een korte en stapsgewijze down-to-earth instructie: lichaamshouding, plaatsing in de mond, plaatsing in het water, welke stemgeluiden en hoelang. Houd het simpel; een cursus van een halve dag is niet nodig, juiste instructies zijn essentieel. Op YouTube kun je een ruim aanbod aan instructiefilmpjes vinden: zoek op ‘laxvox’ of ‘bubbelen’. Bekijk bijvoorbeeld een filmpje van Suhail Canchano of een filmpje van Logopedisch Centrum Nouwels.

Voor de aanschaf van een slangetje geldt: negeer en vermijd alle merchandise en ophef die inmiddels rond de techniek is ontstaan. Bezoek voor gedegen materiaal bijvoorbeeld de websites van Stemgezond, K2 Publisher of Flexibele slangen shop. Als waterreservoir kun je natuurlijk een flink glas, een bloemenvaas, mengkom, aquarium of ligbad gebruiken. Maar ook flessen met ruime hals zoals die van join the pipe of dopper zijn zeer geschikt. Overigens: wat ook ontspant is slapen of mediteren… en daarvoor kun je ook bubbelen, maar dan met je oren. Luister hier maar.

Hoe zal ik het zeggen

Technieken en instrumenten om je stem te ontspannen zijn er niet alleen voor zangers. Ook als spreker kun je je stem effectief in beweging brengen en trainen. Dat helpt vooral als je je boodschap iets extra’s mee wilt geven omdat je je luisteraars op een aansprekende manier wilt benaderen. Je kunt nog veel meer techniekjes en gereedschappen vinden in het praktisch handboek over stem dat ik speciaal voor sprekers heb geschreven. Benieuwd? Kijk dan voor een indruk even op managementboek.nl en verken deze gereedschapskist (inclusief handleiding). Ik vertel je er graag meer over: 16 april presenteer ik het in Den Haag!

Stemadvies

Vandaag wordt er gestemd en afgelopen weken bleek duidelijk: de meningen van de kiezer over de huidige lijsttrekkers lopen nogal uiteen. Waar zijn die meningen eigenlijk op gebaseerd? Uitsluitend op wat we zien en horen? Of toch en vooral op de inhoud die een politicus uitdraagt? Waarom trekt de ene spreker ons aan en stoot de andere ons af? Oftewel: in hoeverre hangen onze politieke voorkeuren en persoonlijke smaak voor stemgeluid en spraak samen? Hieronder een analyse van het spreekgedrag van drie prominente lijsttrekkers. Lees waarom jij graag naar Rutte, Wilders of Kaag luistert (of waarom juist niet) en of je jezelf daarin herkent.

Mark Rutte (VVD)

Mark is een ervaren spreker die op conversatieniveau praat. Zijn stem beweegt makkelijk mee met zijn intenties: zakelijk of vriendelijk, relativerend. Ook verandert deze geregeld van timbre; soms klinkt een zorgzaam geluid, dan weer een strenge toon. Hij kan vaderlijk of onderwijzend overkomen, maar ook amicaal en een beetje ondeugend. Dit kan Rutte omdat hij voldoende hoogte en laagte in zijn stem heeft. Verder wordt zijn stemgeluid gekenmerkt door de neiging om kleine ‘volumestootjes’ te geven; dat maakt dat hij wat staccato overkomt. Zijn pittige spreektempo draagt daar ook aan bij: hij neemt weinig pauzes en slikt soms wat klanken in. Desondanks blijft hij goed verstaanbaar.

Bij officiële toespraken vertraagt hij meer; het lezen zorgt voor een duidelijker uitspraak, maar ook voor (nog) meer staccato. Dat geeft een wat kunstmatig effect: hij klinkt ernstiger dan tijdens zijn spontane spraak en kan minder goed emoties en intenties (o.a. relativerend, vriendelijk, zorgzaam, streng) weergeven.

Hoewel Rutte soms in ’uh’ gedrag kan vervallen, bestaat zijn taal voornamelijk uit begrijpelijke, enigszins formele, vloeiende en lange zinnen met een duidelijke afronding. Daarnaast gebruikt hij als contrast soms wat stoere of ‘ouwe-jongens-krentenbrood taal’. Het gebruik van bijzinnen die de hoofdlijn illustreren of onderschrijven gaan hem met gemak af; hij verliest de draad niet en blijft goed te volgen. Voor de één komt hij daardoor redelijk, sympathiek en betrouwbaar over, terwijl de ander hem betweterig, ontwijkend en langdradig vindt.

Geert Wilders (PVV)

Geert is een actieve spreker met een indringende stijl. Zijn beweeglijke, luide en heldere stemgebruik past bij zijn intenties: vaak kritisch en krachtig, soms vriendelijk, maar ook cynisch, verontwaardigd of laatdunkend. Hij heeft een ruim stembereik, maar kan door zijn wat hogere en luide stemgebruik maken dat hij ‘roepend’ klinkt. Het geeft hem het karakter van volksredenaar, activist of idealist. Hij maakt gecombineerd gebruik van volume en toon bij beklemtoning, waardoor de beklemtoning behoorlijk stevig klinkt. De zinnen die hij trager aanvangt versnelt hij gaandeweg; die komen daardoor gedreven of bevlogen over. Een pittig, staccato en vaak toenemend spreektempo, waarin sterke accenten vooraf worden gegaan door korte pauzes, zorgen voor een bijzondere afwisseling van ‘vloeien’ en ‘accentueren’.

Wilders spreekt met een licht accent en veel korte, hoorbare pauzes (sterke in-ademgeluidjes of kleine hoorbare mondbewegingen, ‘smakjes’). Bijzonder is dat zijn spreekgedrag bij lezen of spontane spraak weinig verschilt. Hij is zeer goed verstaanbaar: zijn hoge spreektempo compenseert hij met een duidelijke articulatie.

Wilders heeft de neiging om woorden en zinsdelen te herhalen, maar dan gevarieerd met synoniemen of omschrijvingen. Hierdoor kan hij berispend, terechtwijzend, uitdagend of protesterend overkomen. Hij gebruikt regelmatig vraagzinnen die hij als een stelling afrondt en bezigt begrijpelijke taal met soms verrassend creatief beschrijvend (situaties, verschijnselen, personen) woordgebruik. Hij maakt kleine reeksen bijzinnen (korte verhaaltjes bijna) om daarna naadloos naar de hoofdlijn terug te keren. Hij gebruikt duidelijke taal in lange, aaneengeregen zinnen en korte, krachtige verklaringen. Bij sommige luisteraars komt hij stevig onderhoudend, kritisch of urgent over, anderen ervaren hem als luidruchtig, drammerig en lomp.

Sigrid Kaag (D66)

Sigrid is een inhoudelijke spreker. Haar overwegend heldere stem kan in de hoogte wat wankel en in de laagte wat korrelig klinken en beweegt gemakkelijk van hoog naar laag binnen een ruim bereik. Daarbinnen is een wat voorspelbaar melodiepatroon op te merken: meestal in ‘boogjes’ omhoog – soms naar neutraal of naar beneden. Haar zinnen klinken daardoor niet altijd afgerond of zelfs vragend. Met een iets luider volume dan gemiddeld klinkt ze stevig en meer genuanceerde luidheidvariaties ontstaan alleen als ze tijdens het spreken nadenkt. Daar komt de ernst om de hoek. Ze is uitstekend verstaanbaar door haar duidelijke manier van articuleren, haar uitspraak is ‘keurig’: licht geaffecteerd. Haar spreekritme is beweeglijk; ze kan vertragen en versnellen. Hoe formeler de situatie, hoe vaster haar spreekpatronen. Als het gesprek (debat) spontaan of urgent wordt gevoerd ‘ontsnapt’ Kaag pas uit haar patronen en is dan op haar krachtigst en beweeglijkst.

Kaag spreekt voornamelijk inhoudelijke taal. Haar zinnen, waarin een evenwicht heerst tussen formele en meer creatieve, alledaagse taal, zijn vaak uitgebreid en kennen natuurlijke aarzel- of denkmomenten. Als inhoudelijke spreker blijft ze dicht bij het onderwerp. Het is vooral haar woordgebruik dat blijk geeft van intenties of emoties, want in haar stembuigingen is daar minder van waar te nemen. Formeel en correct geformuleerde feiten en kennis worden toegelicht met anekdotes, dialoog in een meer informele woordkeuze. Emoties en intenties (afkeuring, verrassing, verontwaardiging, instemming) komen verhalenderwijs, in soms bijna speelse taal, naar voren.

Het bijna zichtbare proces van denken en welsprekend formuleren draagt bij aan een betrokken indruk, terwijl haar stem- en spreekpatronen een afstandelijker karakter tonen. Ze gebruikt voor inhoudelijke luisteraars ‘aansprekende’ taal; bij luisteraars die vanuit de beleving waarnemen wekt ze wellicht een licht tegenstrijdige indruk. Waar ze bij de ene luisteraar als beschaafd, gepassioneerd, betrokken en deskundig overkomt, zal de andere luisteraar haar als afstandelijk, technisch, koud of superieur waarnemen.

Stemadvies:

Of je nu met je hart stemt of met je verstand… probeer eens op verschillende manieren naar een aantal lijsttrekkers, politici en sprekers te luisteren. Vraag je eens af: vel ik mijn ‘oor-deel’ aan de hand van de stem van de politicus, geef ik mijn stem aan de spreker wiens ideeën ik deel of ligt de waarheid in het midden?

Tenslotte: Wil je met je eigen stem en spraak aan de slag of een persoonlijk stemadvies? Laat het met weten via alexboon.nl

Spraak in DRIE onderdelen uitgelegd

Marcel Marceau 3

Marcel Marceau (1923 – 2007) | Foto: Jack Mitchell

Je wilt iemand feedback geven op zijn/haar spraak. Of je wilt je eigen spraak analyseren. Dan is het handig om te weten hoe spraak in elkaar zit. Hieronder beschrijf ik de spraak in drie overzichtelijke onderdelen. Zo wordt het makkelijker voor je om spraak bij anderen of bij jezelf te observeren en analyseren.
Om het overzichtelijk te houden laat ik het taalvermogen buiten beschouwing. Dat is onlosmakelijk met spraak verbonden, maar een te complex onderwerp om hier kort en bondig te kunnen behandelen.

1. Adem

Marcel Marceau

Foto: Jan Dalman

De ademstroom die je opwekt door in- en uit te ademen vormt de basis voor de werking van je stem. Je adem stroomt je longen in als je diafragma (of middenrifspier: een grote, platte spier die zich onder je longen welft) zich spant. Als het diafragma zich weer ontspant, stroomt de lucht je longen weer uit via je luchtpijp, larynx (strottenhoofd of strot), keel-, mond- en neusholte. Deze uitgaande ademstroom kun je gecoördineerd langs je stemplooien laten ‘strijken’; op die manier breng je ze in trilling.

Beschikking over een goede gezondheid en conditie is over het algemeen voldoende om een stabiele en gecontroleerde adembeweging te garanderen. Wel kunnen emoties of (in)spanningen zorgen voor onregelmatigheden of voor een diepere of meer oppervlakkige, snellere/tragere of stokkende adembeweging. Dat hoor je dan weer in je stem.

2. Stem

marceau stem

Foto: Jan Dalman

Stemgeluid produceren: ‘vocaliseren’, ‘stemgeven’, of ‘stemvoeren’ doe je met de stemplooien in je larynx. Deze gemiddeld 17mm. lange stemplooien (ook wel ‘stembanden’ genoemd) bestaan voor driekwart uit spiertjes die je aan kunt spannen, maar ook (met weer andere spiertjes) kunt rekken of naar elkaar toe kunt bewegen. De spiertjes zijn bedekt met enkele weefsellaagjes die samen voor elasticiteit en een grotere beweeglijkheid zorgen.

De larynx zelf is een beweeglijk ‘doosje’ dat je licht naar voren en naar achteren kunt kantelen. En je kunt hem omhoog en omlaag bewegen (je gebruikt hem ook bij het slikken, hoesten en persen). De combinatie van de luchtstroom, de positie van de larynx en het ‘in stelling brengen’ van de stemplooien zorgt ervoor dat de buitenste laagjes van de stemplooien in trilling worden gebracht. Die trilling levert geluid op.

Je larynx is dus een ‘geluidengenerator’. En de geluiden die je er mee genereert hebben een aantal beweeglijke kenmerken: kleur (timbre), toon en volume (luidheid). Aan de stembewegingen herken je niet alleen wie er spreekt, maar ook wat de ‘stemming’, het karakter en de emotionele toestand van de spreker zijn. Je stem openbaart dus in belangrijke mate je identiteit, je persoonlijke dynamiek en je intentie.

3. Articulatie

marceau articulatie

Foto: Jan Dalman

Als je spreekt vorm je klanken. Dit proces van klankvormen wordt articulatie (of: dictie) genoemd. Klanken vorm je in je mondholte, met je lippen, tong, kaak en je gehemelte. Ook bij dit proces zijn een groot aantal spieren en spiertjes betrokken. Je produceert klanken van verschillende aard: klinkers, tweeklanken, medeklinkers en nasalen. Klinkers (aa, oe, ie) vorm je door je stem te laten klinken en tegelijkertijd een positie aan te nemen met je kaak, lippen, tong en gehemelte. Door twee klinkers in elkaar over te laten gaan kun je ook tweeklanken (zoals: eeuw, ou, ij, aai, eu, oei) produceren. Medeklinkers maak je door kleine explosies (p, t, k) of kleine lekkages van lucht (s, f, g) te genereren op verschillende plaatsen in je mond. Ook maak je kleine bewegingen met je tong, kaak of lippen (w, j, l) Je gebruikt dan bij de ene klank (v, z, j, b) wél en de andere (f, h, p) géén stemgeluid. Je kunt je stem ook door je neus sturen (!); zo ontstaan de nasale medeklinkers (n, m, ng).

Door articulatiebewegingen af te vlakken wordt je uitspraak vager; maak je ze nadrukkelijker (“meer uitgesproken”), dan wordt je uitspraak preciezer.

Aanmoediging

Bij spraak worden verschillende systemen met elkaar gecoördineerd; grove en fijne motoriek komen tijdens het spreken samen. Adem, stem en articulatie vormen patronen volgens gesynchroniseerde processen. Je kunt de drie onderdelen als geïsoleerde systemen beschrijven en observeren. Daarnaast kun je ook aandacht besteden aan de manier waarop ze met elkaar samenwerken (of elkaar juist tégenwerken) in het spraakproces dat wij ‘normaalgesproken’ als iets ‘vanzelfsprekends’ ervaren. Als je de spraak-kenmerken die je observeert consequent onderbrengt in bovenstaande driedeling, kun je een heel eind komen met je analyse. Mocht je er echter vragen over hebben of dieper op in willen gaan, neem dan gerust contact met me op. En als je aan je stem, spraak of presentatie wilt werken ben je van harte welkom!

Horen, Zien en Zwijgen – al het goede komt in drieën.

Drie is een heilig getal, werd mij vroeger geleerd. Het ‘heilige’ aspect verwees naar de drie-eenheid vader, zoon en (heilige) geest. Op school, thuis en in de kerk werd deze drie-eenheid met geheimzinnigheid omgeven. Het woord ‘heilig’ bleek moeilijk te definiëren; bovendien kende ik het vooral als scheldwoord in “heilig boontje!”. Ik begreep er niet veel van… en niemand kon het me uitleggen. Later leerde ik dat het getal drie ook een heel eenvoudige en praktische kant heeft. Een verhaal in drieën werkt. Daar is niets geheimzinnigs aan. Op de lagere school leerde ik: inleiding, kern, slot.

horenzienzwijgen

Op internet is veel over de drieslag te vinden: artikelen waarin het succes van de drieslag door de eeuwen heen wordt beschreven.
Sharon McNary belicht de de drieslag vanuit de journalistiek in dit artikel (november 2017). Ze eindigt met een verwijzing naar nog twee manieren om je verhaal te structureren (o.a. “De reis van de Held van Joseph Campbell”).
Een ander artikel schrijft de Nederlandse Ron Jacobs over de dramatische effecten van de drieslag: “Profiteer van het getal 3: swingend, strak en sexy” (april 2014). Hij legt helder uit waarom de drieslag zo goed werkt. Een reeks van voorbeelden van heden naar verleden passeert de revue.

Het idee van de drieslag werd al gebruikt door Aristoteles, hij maakte onderscheid tussen drie middelen van overtuiging: ethos, pathos en logos. Een spreker moet deskundig en sympathiek overkomen als hij geloofwaardig wil zijn (ethos). Zo wek je vertrouwen bij je publiek. Om een publiek in beweging te krijgen moet je op de emoties van de luisteraars kunnen inspelen (pathos). Tenslotte overtuig je je publiek met logisch redeneren en wetenschappelijke onderbouwing (logos).

Wim Daniëls, schrijver, taalkundige, cabaretier en spreker speelt elke zondag een taalspel met zijn volgers op Twitter.
Zo deed hij eens een oproep om hem te voorzien van zoveel mogelijk #trionades: “vaste combinaties van drie woorden of namen”.
Dat leverde een door hem ingezette hilarische en lekker-bekkende reeks van drieslagen op. Van “horen, zien en zwijgen” via “nee, nee en nog eens nee” tot “rats, kuch en bonen” (wie inspiratie op wil doen vindt ze hier).

Voor sprekers is de drieslag een praktische ondersteuning in de de opbouw van een voordracht, presentatie of verhaal. Dat je bijna ieder verhaal kunt opbouwen, vertellen en laten onthouden met een drieslag als kern is wel zo handig om te weten. Stel maar eens een pitch op of maak een presentatie. Voorzie die van een inleiding, een kern en een slot en je zult zien dat deze indeling makkelijk werkt, zowel voor jou als spreker als voor je publiek. Om het helemaal af te maken kun je de kern ook nog in drieën delen. Daarmee geef je je boodschap ook een goed overdraagbare en prettig op te nemen structuur. Dat kun je met “1, 2 en 3” doen, met “waarom, hoe en wanneer” of met andere kernwoorden. Het resultaat blijft hetzelfde: een helder en overzichtelijk betoog.

drieslag

Wil je ook met dit ‘drieslag-bijltje’ hakken? Je bent van harte welkom om een sprekerstraining, presentatietraining of podium-training te komen volgen! Of het nu om “kort, bondig en helder” te vertellen is of om “stevig, duidelijk en interactief” op het podium te presenteren…