Stemadvies

Vandaag wordt er gestemd en afgelopen weken bleek duidelijk: de meningen van de kiezer over de huidige lijsttrekkers lopen nogal uiteen. Waar zijn die meningen eigenlijk op gebaseerd? Uitsluitend op wat we zien en horen? Of toch en vooral op de inhoud die een politicus uitdraagt? Waarom trekt de ene spreker ons aan en stoot de andere ons af? Oftewel: in hoeverre hangen onze politieke voorkeuren en persoonlijke smaak voor stemgeluid en spraak samen? Hieronder een analyse van het spreekgedrag van drie prominente lijsttrekkers. Lees waarom jij graag naar Rutte, Wilders of Kaag luistert (of waarom juist niet) en of je jezelf daarin herkent.

Mark Rutte (VVD)

Mark is een ervaren spreker die op conversatieniveau praat. Zijn stem beweegt makkelijk mee met zijn intenties: zakelijk of vriendelijk, relativerend. Ook verandert deze geregeld van timbre; soms klinkt een zorgzaam geluid, dan weer een strenge toon. Hij kan vaderlijk of onderwijzend overkomen, maar ook amicaal en een beetje ondeugend. Dit kan Rutte omdat hij voldoende hoogte en laagte in zijn stem heeft. Verder wordt zijn stemgeluid gekenmerkt door de neiging om kleine ‘volumestootjes’ te geven; dat maakt dat hij wat staccato overkomt. Zijn pittige spreektempo draagt daar ook aan bij: hij neemt weinig pauzes en slikt soms wat klanken in. Desondanks blijft hij goed verstaanbaar.

Bij officiële toespraken vertraagt hij meer; het lezen zorgt voor een duidelijker uitspraak, maar ook voor (nog) meer staccato. Dat geeft een wat kunstmatig effect: hij klinkt ernstiger dan tijdens zijn spontane spraak en kan minder goed emoties en intenties (o.a. relativerend, vriendelijk, zorgzaam, streng) weergeven.

Hoewel Rutte soms in ’uh’ gedrag kan vervallen, bestaat zijn taal voornamelijk uit begrijpelijke, enigszins formele, vloeiende en lange zinnen met een duidelijke afronding. Daarnaast gebruikt hij als contrast soms wat stoere of ‘ouwe-jongens-krentenbrood taal’. Het gebruik van bijzinnen die de hoofdlijn illustreren of onderschrijven gaan hem met gemak af; hij verliest de draad niet en blijft goed te volgen. Voor de één komt hij daardoor redelijk, sympathiek en betrouwbaar over, terwijl de ander hem betweterig, ontwijkend en langdradig vindt.

Geert Wilders (PVV)

Geert is een actieve spreker met een indringende stijl. Zijn beweeglijke, luide en heldere stemgebruik past bij zijn intenties: vaak kritisch en krachtig, soms vriendelijk, maar ook cynisch, verontwaardigd of laatdunkend. Hij heeft een ruim stembereik, maar kan door zijn wat hogere en luide stemgebruik maken dat hij ‘roepend’ klinkt. Het geeft hem het karakter van volksredenaar, activist of idealist. Hij maakt gecombineerd gebruik van volume en toon bij beklemtoning, waardoor de beklemtoning behoorlijk stevig klinkt. De zinnen die hij trager aanvangt versnelt hij gaandeweg; die komen daardoor gedreven of bevlogen over. Een pittig, staccato en vaak toenemend spreektempo, waarin sterke accenten vooraf worden gegaan door korte pauzes, zorgen voor een bijzondere afwisseling van ‘vloeien’ en ‘accentueren’.

Wilders spreekt met een licht accent en veel korte, hoorbare pauzes (sterke in-ademgeluidjes of kleine hoorbare mondbewegingen, ‘smakjes’). Bijzonder is dat zijn spreekgedrag bij lezen of spontane spraak weinig verschilt. Hij is zeer goed verstaanbaar: zijn hoge spreektempo compenseert hij met een duidelijke articulatie.

Wilders heeft de neiging om woorden en zinsdelen te herhalen, maar dan gevarieerd met synoniemen of omschrijvingen. Hierdoor kan hij berispend, terechtwijzend, uitdagend of protesterend overkomen. Hij gebruikt regelmatig vraagzinnen die hij als een stelling afrondt en bezigt begrijpelijke taal met soms verrassend creatief beschrijvend (situaties, verschijnselen, personen) woordgebruik. Hij maakt kleine reeksen bijzinnen (korte verhaaltjes bijna) om daarna naadloos naar de hoofdlijn terug te keren. Hij gebruikt duidelijke taal in lange, aaneengeregen zinnen en korte, krachtige verklaringen. Bij sommige luisteraars komt hij stevig onderhoudend, kritisch of urgent over, anderen ervaren hem als luidruchtig, drammerig en lomp.

Sigrid Kaag (D66)

Sigrid is een inhoudelijke spreker. Haar overwegend heldere stem kan in de hoogte wat wankel en in de laagte wat korrelig klinken en beweegt gemakkelijk van hoog naar laag binnen een ruim bereik. Daarbinnen is een wat voorspelbaar melodiepatroon op te merken: meestal in ‘boogjes’ omhoog – soms naar neutraal of naar beneden. Haar zinnen klinken daardoor niet altijd afgerond of zelfs vragend. Met een iets luider volume dan gemiddeld klinkt ze stevig en meer genuanceerde luidheidvariaties ontstaan alleen als ze tijdens het spreken nadenkt. Daar komt de ernst om de hoek. Ze is uitstekend verstaanbaar door haar duidelijke manier van articuleren, haar uitspraak is ‘keurig’: licht geaffecteerd. Haar spreekritme is beweeglijk; ze kan vertragen en versnellen. Hoe formeler de situatie, hoe vaster haar spreekpatronen. Als het gesprek (debat) spontaan of urgent wordt gevoerd ‘ontsnapt’ Kaag pas uit haar patronen en is dan op haar krachtigst en beweeglijkst.

Kaag spreekt voornamelijk inhoudelijke taal. Haar zinnen, waarin een evenwicht heerst tussen formele en meer creatieve, alledaagse taal, zijn vaak uitgebreid en kennen natuurlijke aarzel- of denkmomenten. Als inhoudelijke spreker blijft ze dicht bij het onderwerp. Het is vooral haar woordgebruik dat blijk geeft van intenties of emoties, want in haar stembuigingen is daar minder van waar te nemen. Formeel en correct geformuleerde feiten en kennis worden toegelicht met anekdotes, dialoog in een meer informele woordkeuze. Emoties en intenties (afkeuring, verrassing, verontwaardiging, instemming) komen verhalenderwijs, in soms bijna speelse taal, naar voren.

Het bijna zichtbare proces van denken en welsprekend formuleren draagt bij aan een betrokken indruk, terwijl haar stem- en spreekpatronen een afstandelijker karakter tonen. Ze gebruikt voor inhoudelijke luisteraars ‘aansprekende’ taal; bij luisteraars die vanuit de beleving waarnemen wekt ze wellicht een licht tegenstrijdige indruk. Waar ze bij de ene luisteraar als beschaafd, gepassioneerd, betrokken en deskundig overkomt, zal de andere luisteraar haar als afstandelijk, technisch, koud of superieur waarnemen.

Stemadvies:

Of je nu met je hart stemt of met je verstand… probeer eens op verschillende manieren naar een aantal lijsttrekkers, politici en sprekers te luisteren. Vraag je eens af: vel ik mijn ‘oor-deel’ aan de hand van de stem van de politicus, geef ik mijn stem aan de spreker wiens ideeën ik deel of ligt de waarheid in het midden?

Tenslotte: Wil je met je eigen stem en spraak aan de slag of een persoonlijk stemadvies? Laat het met weten via alexboon.nl

Uit de diepte neurie ik…

kerkgangers

“Kerkgangers” – Noor Agter | Foto: Noor Agter

Bij elkaar komen met een grote groep kan weer: publiek kan weer naar theaters, voetbalsupporters kunnen weer naar het stadion en gelovigen kunnen weer naar hun gebedshuizen. Voor supporters geldt dat ze niet mogen juichen en zingen, en ook voor kerkgangers betekent dat: mondje dicht. Vanuit mijn perspectief als stemdocent ligt de oplossing dan voor de hand: Neuriën.

Neuriën: met je mond dicht je stem melodieus in beweging zetten. Niet alleen rustig, maar ook prettig om te doen. Daarbij komt dat neuriën, als je niet te veel kracht zet, heilzaam is voor je stem. Met gesloten lippen kun je de trilling van je stem in je hoofd en zelfs in je borstkas voelen resoneren.

Bij neuriën kun je geen spraakklanken produceren; maar je stemgeluid blijft hoorbaar. Er is geen sterke luchtstroom door de mond, maar een bescheiden luchtstroom door de neus. De kracht van de ademstroom is lager dan tijdens spreken en ook de richting is anders: niet voorwaarts, maar neerwaarts.

Ik kan me zo voorstellen dat de organist tijdens de begeleiding van psalmen en gezangen gebruik maakt van een bescheiden register of alleen het rugwerk. Eventueel zingt de voorganger, cantor of een solozanger de tekst; al dan niet in de microfoon en op veilige afstand van de gelovigen. Helemaal geen tekst is misschien nog wel fijner: je kent de tekst al of leest die mee tijdens het neuriën.

De corona pandemie levert veel verdriet en eenzaamheid op: het is moeilijk en voor sommigen zelfs onmogelijk om in deze tijd met elkaar in contact te zijn. We kunnen wel praten, ja: via de telefoon of via beeldbellen. Maar nu je elkaar weer kunt ontmoeten is het misschien mooi om de teksten even weg te laten. Om je op een dieper niveau met de ander te verbinden. Via je stemgeluid. En misschien is dat ook wel veelzeggender.

Richt gerust je noodkreet over je stem, je spraak of je optreden via alexboon.nl

Psalm 130:1-2

Uit de diepte roep ik tot u, Heer,
Heer, hoor mijn STEM,
wees aandachtig, luister
naar mijn roep om genade.

Caroline Robinson op orgel: Aus tiefer Not schrei ich zu dir, BWV 686

Spraak in DRIE onderdelen uitgelegd

Marcel Marceau 3

Marcel Marceau (1923 – 2007) | Foto: Jack Mitchell

Je wilt iemand feedback geven op zijn/haar spraak. Of je wilt je eigen spraak analyseren. Dan is het handig om te weten hoe spraak in elkaar zit. Hieronder beschrijf ik de spraak in drie overzichtelijke onderdelen. Zo wordt het makkelijker voor je om spraak bij anderen of bij jezelf te observeren en analyseren.
Om het overzichtelijk te houden laat ik het taalvermogen buiten beschouwing. Dat is onlosmakelijk met spraak verbonden, maar een te complex onderwerp om hier kort en bondig te kunnen behandelen.

1. Adem

Marcel Marceau

Foto: Jan Dalman

De ademstroom die je opwekt door in- en uit te ademen vormt de basis voor de werking van je stem. Je adem stroomt je longen in als je diafragma (of middenrifspier: een grote, platte spier die zich onder je longen welft) zich spant. Als het diafragma zich weer ontspant, stroomt de lucht je longen weer uit via je luchtpijp, larynx (strottenhoofd of strot), keel-, mond- en neusholte. Deze uitgaande ademstroom kun je gecoördineerd langs je stemplooien laten ‘strijken’; op die manier breng je ze in trilling.

Beschikking over een goede gezondheid en conditie is over het algemeen voldoende om een stabiele en gecontroleerde adembeweging te garanderen. Wel kunnen emoties of (in)spanningen zorgen voor onregelmatigheden of voor een diepere of meer oppervlakkige, snellere/tragere of stokkende adembeweging. Dat hoor je dan weer in je stem.

2. Stem

marceau stem

Foto: Jan Dalman

Stemgeluid produceren: ‘vocaliseren’, ‘stemgeven’, of ‘stemvoeren’ doe je met de stemplooien in je larynx. Deze gemiddeld 17mm. lange stemplooien (ook wel ‘stembanden’ genoemd) bestaan voor driekwart uit spiertjes die je aan kunt spannen, maar ook (met weer andere spiertjes) kunt rekken of naar elkaar toe kunt bewegen. De spiertjes zijn bedekt met enkele weefsellaagjes die samen voor elasticiteit en een grotere beweeglijkheid zorgen.

De larynx zelf is een beweeglijk ‘doosje’ dat je licht naar voren en naar achteren kunt kantelen. En je kunt hem omhoog en omlaag bewegen (je gebruikt hem ook bij het slikken, hoesten en persen). De combinatie van de luchtstroom, de positie van de larynx en het ‘in stelling brengen’ van de stemplooien zorgt ervoor dat de buitenste laagjes van de stemplooien in trilling worden gebracht. Die trilling levert geluid op.

Je larynx is dus een ‘geluidengenerator’. En de geluiden die je er mee genereert hebben een aantal beweeglijke kenmerken: kleur (timbre), toon en volume (luidheid). Aan de stembewegingen herken je niet alleen wie er spreekt, maar ook wat de ‘stemming’, het karakter en de emotionele toestand van de spreker zijn. Je stem openbaart dus in belangrijke mate je identiteit, je persoonlijke dynamiek en je intentie.

3. Articulatie

marceau articulatie

Foto: Jan Dalman

Als je spreekt vorm je klanken. Dit proces van klankvormen wordt articulatie (of: dictie) genoemd. Klanken vorm je in je mondholte, met je lippen, tong, kaak en je gehemelte. Ook bij dit proces zijn een groot aantal spieren en spiertjes betrokken. Je produceert klanken van verschillende aard: klinkers, tweeklanken, medeklinkers en nasalen. Klinkers (aa, oe, ie) vorm je door je stem te laten klinken en tegelijkertijd een positie aan te nemen met je kaak, lippen, tong en gehemelte. Door twee klinkers in elkaar over te laten gaan kun je ook tweeklanken (zoals: eeuw, ou, ij, aai, eu, oei) produceren. Medeklinkers maak je door kleine explosies (p, t, k) of kleine lekkages van lucht (s, f, g) te genereren op verschillende plaatsen in je mond. Ook maak je kleine bewegingen met je tong, kaak of lippen (w, j, l) Je gebruikt dan bij de ene klank (v, z, j, b) wél en de andere (f, h, p) géén stemgeluid. Je kunt je stem ook door je neus sturen (!); zo ontstaan de nasale medeklinkers (n, m, ng).

Door articulatiebewegingen af te vlakken wordt je uitspraak vager; maak je ze nadrukkelijker (“meer uitgesproken”), dan wordt je uitspraak preciezer.

Aanmoediging

Bij spraak worden verschillende systemen met elkaar gecoördineerd; grove en fijne motoriek komen tijdens het spreken samen. Adem, stem en articulatie vormen patronen volgens gesynchroniseerde processen. Je kunt de drie onderdelen als geïsoleerde systemen beschrijven en observeren. Daarnaast kun je ook aandacht besteden aan de manier waarop ze met elkaar samenwerken (of elkaar juist tégenwerken) in het spraakproces dat wij ‘normaalgesproken’ als iets ‘vanzelfsprekends’ ervaren. Als je de spraak-kenmerken die je observeert consequent onderbrengt in bovenstaande driedeling, kun je een heel eind komen met je analyse. Mocht je er echter vragen over hebben of dieper op in willen gaan, neem dan gerust contact met me op. En als je aan je stem, spraak of presentatie wilt werken ben je van harte welkom!

Sprekers-spagaat: authenticiteit of een koud kunstje?

Aaron Jasinski bron Chris DancyIllustratie: Aaron Jasinski | Bron: Chris Dancy

Als een spreker authentiek overkomt op een publiek, hoeft dat voor de spreker in kwestie niet “authentiek” te voelen. Sterker nog: een spreker kan sterk het gevoel hebben dat hij/zij acteert, hard aan het werk is en actief omgaat met alles wat er om hem heen speelt.

Spreken
Op het moment suprême is een spreker vaak geënerveerd, overalert en sterk geconcentreerd. De toestand waarin een spreker tijdens het spreken verkeert varieert in zijn eigen beschrijving nogal: van o.a. ‘druk in het hoofd’, “fysiek ingespannen”, “boven zichzelf uitgestegen” tot “ongelofelijk ontspannen”, “alsof het allemaal vanzelf kwam” en “alsof ik aan het surfen was”.
Belangrijk om te weten is, dat de oorzaak van dit gevoel ligt in de aard van de voorbereiding.

Wat vooraf ging
De inhoud is op orde. Lichaam en geest in conditie. Het professioneel inhoudelijke en het persoonlijk expressieve deel zijn uitvoerig aan de orde geweest: doorspreken, oefenen, trainen. In de voorbereiding wordt toegewerkt naar een definitieve voordracht, waarbij de spreker in staat is de inhoud doelgericht en functioneel op de omgeving af te stemmen. Elke nieuwe combinatie die voortkomt uit de aandacht voor beide kanten (professie en persoonlijkheid, inhoud en vorm), levert een nieuwe en unieke modus op. Hoe dat ook aanvoelt en hoe dat er ook uitziet.
Professionele inhoud en persoonlijk functioneren vallen samen in een eenmalige, unieke presentatie.

Actief handelen
Een goede spreker handelt niet vanachter een masker, doet geen ‘kunstje’ of ‘truc’ maar regisseert zijn handelingen vanuit een ander perspectief dan ‘iemand die praat’. Daarmee is een spreker regisseur en en acteur ineen.

Samenwerking
De regisseur houdt de vorm, inhoud, volgorde, timing en interactie in de gaten – speelt in op onverwachte gebeurtenissen met de nodige aanpassingen. De regie benut de speelruimte die er is.
De acteur speelt zijn rol en voert de handelingen uit (spraak, beweging, interactie) waarin hij is getraind.
De acteur laat zich ook niet afleiden door goedbedoelde maar éénduidige tips over de adembeweging, de positie van de handen of het lichaam, de richting van de blik of de toon van spreken. De acteur is bezig met zijn werk en doet alles wat nodig is om het gestelde doel* te behalen.

Gemak
Voor de buitenwereld is dat niet zichtbaar – men wacht af op wat gaat komen en luistert naar wat de spreker te vertellen heeft. Men ervaart de spreker als ‘een geboren spreker’ wiens taak hem gemakkelijk, ‘als vanzelf’ afgaat. Hierin kenmerkt zich de ware spreker.

Het geheim
Authenticiteit ligt niet alleen bij de spreker, maar is een gevolg van bewust handelen dat betekenis krijgt bij de gratie van uitwisseling. Een uitwisseling die de spreker bewerkstelligt tussen zichzelf en zijn publiek. Dat levert een oneindig aantal mogelijkheden op voor spreker en luisteraar!

*Het doel van een spreker kan nogal variëren. O.a:

verwelkomen, informeren, intermediëren, verbinden, onderrichten, adviseren, richten, onderzoeken, verkennen, verzoeken, inventariseren, motiveren, ondersteunen, coachen, delegeren, gebieden, eisen, commanderen, werven, verkopen, evangeliseren, pleiten, verdedigen, beoordelen, veroordelen, toelichten, beschouwen, filosoferen, overwegen, uitwisselen, delen, overtuigen, argumenteren, discussiëren, debatteren, becommentariëren, evalueren, waarderen…


 

#edl16 – Blog in het kader van de Europese dag van de Logopedie op 6 maart 2016

Taal, Spraak, Stem, Gehoor

Alex Boon traint sprekers met het vinden van de balans tussen professioneel en persoonlijk, integer en provocerend, functioneel en doelmatig, intentioneel en intuïtief, informeel en zakelijk, communiceren.