In de stationshal van Utrecht las ik, dat je er “verse patat” kunt halen.
Niet “vers van het land”, zodat je zelf nog met frituurvet e.d. aan de slag moet, maar gewoon: vers gebakken. Denk ik.
‘Vers gebakken’ kende ik tot nog toe alleen van ‘vers gebakken vis’. Ik heb deze korte reclame-uiting eerlijk gezegd altijd met wantrouwen gelezen. Ze beweert wel iets over het (blijkbaar recente) tijdstip van bakken maar vertelt daarmee niets over de staat waarin de vis vóór het bakken verkeerde. Dan zou het “verse, gebakken vis” moeten zijn.
‘Vers’ associeer ik met ‘levend’ of ‘nog maar net dood’, maar ook met ‘gezond’, ‘nieuw’ of “nog maar net”: Verse vis, vers vlees, verse groente, verse eieren, verse melk, verse lucht. Of: verse sporen, een verse ploeg personeel.
Je ziet het woordje vers echter zelden gekoppeld worden aan producten die niet direct met levend, gezond of nieuw hebben te maken: verse mayonaise, verse sigaretten, verse kantoorruimte, verse benzine. Verse koffie, dat dan weer wel.
Misschien is het daarom dat bij “verse patat” – of het nu om verse, gebakken patat of om vers gebakken patat gaat – zowel mijn oudbakken als mijn verse referentiekader geheel wegvalt. Eénmaal buiten de stationshal aangekomen, kies ik voor “echte falafel”.