De laatste jaren zie je het steeds vaker: stem en spraak van acteurs op het toneel worden electronisch versterkt. Meestal met behulp van zendermicrofoons.
Ik ben daar op tegen. En echt niet omdat ik het zo’n vreselijk gezicht vind: die kleine hengeltjes langs de kaaklijn, die extra opsmuk in de vorm van een ‘pareltje’ op het voorhoofd. De foeilelijke ‘huidskleurneutrale’ pleisters in de hals, op de wang of het voorhoofd. Afleiden doet het wel, ja: “Gesneden bij het scheren? Handicap? Security?”
To be or not to be
Wat me echter wezenlijk stoort is het gemis aan “echt geluid”. Echte beleving.
Ik vind het altijd spannend om naar het theater te gaan: met levende acteurs die mij levend toespreken. Persoonlijk en direct. De dingen in het theater gebeuren écht. Ik kan van tevoren nooit voorspellen hóe echt, maar het voelt aan als een belevenis. Als ik dat té eng vind, ga ik zo ver mogelijk achter in de zaal zitten, om wat afstand te creëren. Of juist wat dichterbij, als ik meer risico wil lopen.
Hoorspel
Tegenwoordig zorgt geluidsversterking voor dat afstandelijke effect – of ik het nu wil of niet. Het versterkte geluid komt tussen de acteurs onderling en tussen de acteurs en mij in te staan. De teksten van de spelers komen uit de richting van een geluidsbox of, in het gunstigste geval van “goed uitgevoerde techniek”: uit het midden van het toneel. Het geluid komt in ieder geval niet meer bij de speler vandaan. Als ik mijn ogen sluit, bevind ik mij in een hoorspel.
Desoriëntatie
Daar blijft het niet bij. Meestal bewégen acteurs zich over het toneel. Electronisch versterkt geluid beweegt echter niet mee… het blijft uit dezelfde richting komen. Voor iemand als ik, die gewend is ‘op zijn oren af te gaan’ is dat verwarrend. Ik zie iets anders dan wat ik hoor. Een speler loopt van rechts naar links. Ik geloof mijn ogen niet: de speler beweegt, maar mijn oren vertellen me dat de acteur niet van plaats is veranderd. Ik raak gedesoriënteerd.
Vervreemding
Als er een acteur verborgen is in bed of achter een kastdeur, pilaar of bankstel kan ik onmogelijk vaststellen waar deze persoon zich bevindt. Dat ik niet kan horen waar iemand is of waar iemand vandaan komt (bewegingsgeschiedenis of -verhaal) heeft een vervreemdend effect op me. Ik hoor iemand spreken, in het midden of uit een box, maar moet links, rechts, boven, achter me kijken waar hij of zij zich bevindt… Opeens zwaait er een been boven een leuning uit. Ah. Dáár dus.
Beste professionele, vakkundige, getalenteerde, jonge, ervaren acteur
Hoe is het voor je om je prachtige en kundige stem te moeten inbinden, om ‘gebalanceerd’ over te moeten komen via de microfoon? Hoe is het om rekening te moeten houden met je manier van bewegen, om geen storende contactgeluiden te veroorzaken? En wat vind je ervan dat je niet meer kan afstemmen met je publiek, niet meer zelf kunt bepalen hoe krachtig of indringend je over wilt komen bij het publiek, niet meer met de ruimte in het theater kunt spelen? Zou je je regisseur willen vertellen dat je je vakmanschap niet inlevert voor een microfoon?
Hooggeëerd publiek
Wilt u naar een enorm breedbeeldscherm kijken waarop poppetjes hun bewegingen precies laten passen bij het geluid dat uit de boxen komt? Wenst u wellicht ook nog te kunnen zappen, terug- of vooruitspoelen, pauzeren en/of opnemen? Of wilt u gegrepen worden, iets beleven, gechoqueerd of geëmotioneerd het theater verlaten? Laat het weten en houdt het theater op haar beurt een spiegel voor.
Voorkeuze
Ik selecteer vanaf nu vooraf bij welke voorstellingen de spelers persoonlijk met mij wensen te communiceren en bij welke zij kiezen voor bemiddeling via microfoons. Alleen de eerste vorm van theater kan nog op mijn bezoek rekenen. Ik zoek de confrontatie met acteurs die onversterkt met adem, stem, spraak en beweging werken aan de vormgeving van hun rol en daarmee een sterke aanwezigheid op het toneel. Levend theater, dus.
Evolutie
Wellicht moeten we eerst nog een fase gaan meemaken waarin het ‘unplugged’ acteren opeens als “bon-ton” ervaren gaat worden voordat de excellerende “homo vocalis” weer opnieuw erkend en ingezet gaat worden in de Nederlandse theaters.
Het is niet te hopen dat voor die tijd deze kunst definitief ten grave wordt gedragen, en daarmee de kennis om tot deze kunst te komen – daarvoor ligt zij mij te na aan het hart.